Een shake-groepje is het niet, maar gewoon een paar vrienden bijeen: Aloys, Casta, Diana, Hein, Klaaske en Lene.
Gewoon een paar mensen die in het seizoen samen mediteren – en dan tussendoor even shaken – maar nu midden in hun vakantie samen dineren, gezeten op het landelijk terras van de Landmarkt, midden in het groen en met uitzicht op de plas met kikkers en op de Schellingwouder brug.
Diana heeft enige moeite me duidelijk te maken dat ik met mijn eigen vinger de lens blokker, pas na het verschijnen van hĂĄĂĄr vinger begrijp ik het probleem …
Als dank een tweede filmpje, waarop niet alleen haar vinger, maar de hele Diana verdwenen is …
Voor de techneuten: het lukte me uiteindelijk de video’s in de iCloud te krijgen, en eenmaal in de cloud is het stapje naar dit blog maar klein.
Geen muziek dus deze keer, alleen maar stomme filmpjes đ
Onderstaand fragment is uit de film Junun met Shye Ben Tzur, Jonny Greenwood (gitarist van Radiohead) en de Rajasthan Express. Het is de verfilming van de opnamesessie van het gelijknamige album Junun, dat in 2015 verscheen. Ben-Tzur groeide op in IsraĂ«l, maar werd gegrepen door de qawwali en verhuisde naar Noord-India om zich daar onder te dompelen in deze muziek – bij ons vooral bekend door de grootheden Nusrat Fateh Ali Khan en Abida Parveen.
De teksten die de qawwaliâs gebruiken zijn soms eeuwen oud, zoals die van de Perzische dichter Jami, die leefde van 1414 tot 1492. Zijn poĂ«zie en denkbeelden waren sterk beĂŻnvloed door het Soefisme, een stroming binnen de islam. In zijn gedichten sprak Jami vaak over Allah als een Geliefde, en dat door middel van oefeningen er een eenheid ontstaat tussen de gelovige, God en de liefde.
“Dit eenheidsdenken komt ook terug bij de qawwaliâs. De repetitieve muziek is een religieuze oefening die de muzikant dichter bij Allah kan brengen. Een qawwali-nummer kent een vaste, gestage opbouw met een extatisch einde. Het doel is dat het ego (ânafsâ) dan oplost: de muzikant is verworden tot een instrument van God. Qawwali is dus door en door religieuze muziek, maar net als de gospel ook prima te beluisteren als je niet in God gelooft. De ritmes op de tabla en dholdrums en het aanstekelijke handgeklap geven de muziek een dansbaar, bijna funky accent – uitstekende shakemuziek dus!”
Het eerste album van Shye Ben Tzur, Shoshan (2010), was nog een echt qawwali album, met door hem zelf geschreven teksten, zoals het titelnummer Shoshan:
Tekst van titelnummer Shoshan, met portret van Shye Ben Tzur [klik om te vergroten]