Het âzithoekjeâ van de Huiskamergroep, 19 april 2019
Deze blog is meer dan tien jaar gekoppeld geweest aan het bestaan van de âHuiskamergroepâ â een kleinschalige meditatiegroep in de lijn van het Tao-zen van Maarten Houtman â waarvoor we onderdak vonden in De Pijp, niet ver van het gelijknamige metrostation.
Het âshakenâ op muziek was in de Huiskamergroep een vast onderdeel van het programma, als bewegingselement tussen twee periode’s van het stille zitten â waar âmeditatieâ steevast mee geassocieerd wordt: âGa maar zitten,â wordt er in het klassieke Zen-onderricht gezegd, met een ondertoon van âdan komt alles goedâ…
In het onderricht van Maarten Houtman kreeg het z.g. âlichaamswerkâ een centrale plaats. Maarten placht het lichaam aan te duiden als âde verbinding met het Onnoembareâ â een opening naar het onbekende. Dat is vaak een schok voor mensen die het meer âin de geestâ plachten te zoeken â diezelfde geest, die ons als kettingdenkers juist op de plek houdt, in een roes van âwetenâ… Maarten zei dan: âMaar je weet niet hoe het verder gaat, dat is nog in het verhaal verborgen…â
Toch nog enigszins onverwachts is aan de bijeenkomsten van onze Huiskamergroep nu een einde gekomen, de overgebleven vijf deelnemers gaan voortaan hun eigen weg. Dat is na zo’n lange verbintenis toch even wennen, alsof je relatie uit is… Maar het biedt ook de ruimte je nu nĂłg meer op je eigen weg te bezinnen. Want uiteindelijk staan we er allemaal alleen voor.
Wat niet wegneemt dat de oefening door dat jarenlange samen zitten nu toch wel behoorlijk âingeslepenâ is â âhet lichaam leert alleen maar door herhaling,â zoals bewegingsmeester Gurdjieff ons voorhield… Daarom hebben we in onze Huiskamergroep ook zo vaak geshaket op zijn muziek, die hij âobjectieve muziekâ noemde â muziek die op alle luisteraars een gelijke uitwerking zou hebben: transformerend, hun geest richtend, op een nieuwe manier verbindend met het vibrerende universum.
Sint Eucharius wordt vereerd als de eerste bisschop van Trier. Hij leefde in de tweede helft van de 3e eeuw.
Hildegard for me is a feminist icon whose contributions to the canon of universal spirituality & mysticism, are immeasurable. Her work transcends centuries & musical, religious/mystical genres. It awakened me to the ancient philosophy of “The Music of the Spheres”. That if the human body is made entirely of elements forged by stars, then indeed we are celestial bodies & the cosmos is within us. If the rotation of heavenly spheres produce tones & harmony, then they must resonate within us. Thus, music in its most sublime form, is our participation in the harmony of the universe. That we may bring some harmony to our souls in our longing to return to our celestial home.
Azam Ali
At the height of the Middle Ages music for religious purposes was increasingly being composed by individuals, one of the most famous being the abbess, authoress, and mystic, St Hildegard of Bingen (1098-1179). She wrote a mystery play Ordo Virtutum (1158), a musical drama, one of the first ‘moralities’ ever written, depicting the fight for Anima (the Soul) between the Devil and 16 Virtues, including Caritas (alto) and Misericordia (soprano). Hildegard also composed many liturgical songs that were collected into a cycle called the Symphonia armoniae celestium revelationum. The songs from the Symphonia are set to Hildegard’s own texts and range from antiphons, hymns, and sequences, to responsories (e.g. ‘Columba aspexit’, ‘Ave generosa’, ‘O ignis spiritus’, ‘O Jerusalem’, ‘O Euchari’, ‘O viridissima virga’, ‘O Ecclesia’ ). Her music is monophonic, consisting of exactly one melodic line. Its style is characterized by soaring melodies that push the boundaries of the more staid ranges of traditional Gregorian chant, so that her music stands outside the normal practices of monophonic monastic chant. It both reflects 12th-century evolutions of chant and pushes those evolutions further in being highly melismatic, often with the recurrent melodic units. There is an intimate relationship between music and text in her compositions, whose rhetorical features are often more distinct than is common in contemporary chant. The reverence for the Virgin Mary reflected in her music shows how deeply influenced and inspired Hildegard and her community were: by the Virgin Mary and the Communion of Saints
Robert Ignatius Letellier, The Bible in Music
Gedicht
Als ik âs nachts in mijn tent naar de sterren kijk
en de kleine speldenprikjes zie in ’t firmament
waardoor uw hemelse licht naar binnen schijnt,
zindert mijn wereld van die verborgen krachten,
van die allesomvattende bron van eeuwige licht –
en zie mij hier als een blinde mijn weg aftasten âŠ
De gigantische Dodge-met-vinnen (zie foto) was de dienstauto van de vader van J.P., die president-directeur van een groot openbaar nutsbedrijf was. Hij had deze vakantie voor ons bedacht: wij reden op de heenweg mee naar het Zwitserse Beatenberg, waar hij en zijn vrouw in âBibelheimâ verbleven, het theologische opleidingsinstituut, dat zij als baptisten steunden en dat nauw met de familie verbonden zou blijven. Daarvandaan zouden zij terugrijden naar Nederland, terwijl J.P. en ik nog twee weken in het jeugdkamp verbleven. De ochtend na onze aankomst werden we naar hun hotelkamer geroepen, waar ze ons wezen op het uitzicht door de openslaande ramen â in trance zag ik daar drie alpenreuzen, die zich tegen de ochtendhemel verhieven: Eiger, Mönch en Jungfrau waren hun namen, op het rijtje af (zie de foto bovenaan). Dat was het tweede wonder dat ik die vakantie mocht aanschouwen…
Maar in de loop van de dag werd ons op twee stipjes gewezen, die zich tegen de wand van de Eiger aftekenden: twee bergbeklimmers, die daar doodgevroren aan touwen hingen, omgekomen in een poging die vrijwel onneembare noordwand te bedwingen… En dan kijk je het met ongeloof nog eens aan â om dan de blik af te wenden. De dood die je ziet, maar niet onder ogen durft te zien, wilde je het liefst zo snel mogelijk vergeten: dat botsende detail wat de idylle verstoorde â maar wat natuurlijk een onuitwisbare indruk op je maakte.
Het derde wonder wat ik tijdens die vakantie mee mocht maken, was een stuk alledaagser: een grote kom Zwitserse mĂŒsli aan de ontbijttafel â waar veel Zwitserse room in moest zitten â waaruit ik maar bleef eten, telkens schepte ik mijn bord weer op, terwijl onze gastheren ons maar bleven toelachen, bleven aanmoedigen… Ik had nog nooit zoiets lekkers gegeten!
Over wonderen gesproken… Ze hadden daar in âBibelheimâ een uitgesproken âgevoel waar het eigelijk om gaatâ: alles draaide om JEZUS: âIch bin der Weg und die Wahrheit und das Lebenâ â je hoefde alleen maar in Jezus te geloven, en je zou âgeredâ worden. We zongen de liederen die ons in het jongenskamp geleerd werden, uit volle borst mee:
Ich bin glĂŒcklich
und weisst du auch warum
Jezus wohnt in meinem Herzen,
darum...
Waarbij dat âdarumâ als een tollende donder klonk:
... da-rrrrrr-um
Dat gebeurde tijdens de âopwekkingsbijeenkomstenâ, die â heel âZenâ â âAndachtâ werden genoemd. Ze wensten ons bij die gelegenheden âeine gute Andachtâ.
J.P. was intussen met een geheel ander vorm van âreddingâ bezig: hij wilde dokter worden. Waarbij hem het voorbeeld voor ogen stond van een oom, die in Kenia zendingsarts was â hij zou daar later nog een vakantie doorbrengen. Maar uiteindelijk liep die voorkeur van hem uit op een academische carriĂšre in de medische wetenschap.[1]
[1] Dat was een trendbreuk in de familie: Een oudere broer van J.P. zocht zijn toevlucht in Amerika, en schreef daar het boek âNew International Dictionary of Pentecostal and Charismatic Movements. The Definitive History of the Spirit-Filled Church. Encyclopedic coverage of: Activities of the Spirit over 2,000 years of church history in 60 countries and regionsâ, uit het jaar2002. Jaja, een sterke familie… En een jongere broer van J.P. zou later gedurende tien jaar de leiding hebben van de Bibelschule âBeatenbergâ (zie foto boven) â die in de traditie stond van de Zwitserse kerkhervormer Zwingli (16e eeuw).