De laatste keer

De laatste keer dat ik Maarten Houtman meemaakte, was drie dagen voor zijn overlijden – op 5 januari 2011. Ik had gevraagd of ik – op haar verzoek – een vriendin mocht meenemen, die hem welbekend was: Erna Heijligers.[1] Ze leed al jaren aan kanker, haar ziekte bereikte langzaam maar zeker een kritiek stadium.

Na aankomst in het paviljoen in Berg en Bosch waar hij lag, hebben we met z’n tweeĂ«n even aan zijn bed gezeten. Daarna trok ik me terug achterin de kamer, wetende dat Erna graag met hem over haar naderende einde wilde spreken.

Aanvankelijk leek Erna alleen maar afscheid van Maarten te willen nemen en ze bedankte hem voor de steun die ze van hem ondervonden had – totdat Maarten haar op de vrouw af vroeg: “Je had een vraag aan me
?”

Toen vertelde ze hem dat ook zij voor de dood stond


Hoewel ik het gesprek van een afstand volgde, probeerde ik me toch zoveel mogelijk onzichtbaar te maken.

Ik wilde Erna inderdaad de kans geven met Maarten te praten, ook al bleef ik daar zitten. Helemaal weg gaan kwam niet in me op, het kon wel eens de laatste keer zijn dat ik hem zag


Op een gegeven moment kwam Hanna, Maartens vrouw, binnen, niet lang daarna vertrokken we. Nog eenmaal hadden Maarten en ik oogcontact. Ik zag zijn rustige, ernstige ogen, die me zeiden dat het altijd zo geweest was en nooit anders zou zijn


Zo had ik afscheid genomen van een vriend die dertig jaar lang mijn metgezel was op mijn levenspad, we hadden intensief met elkaar opgetrokken. Ik volgde al die tijd zijn wekelijkse – later maandelijkse – meditatiegroepen, en maakte veel van de lange sessies en weekenden onder zijn leiding mee.

Maar we zagen elkaar ook in allerlei omstandigheden van ons privĂ© bestaan. Zo bracht hij me de beginselen van de lay-out bij, zorgde ervoor dat ik een computer ging gebruiken en betrok me van meet af aan bij de stichting ‘Zen als Leefwijze’. Hij bracht ook nieuw leven in mijn huwelijksrelatie, en we sloten vriendschap met de wederzijdse partners.

Maar Maarten was bovenal de mens die er altijd voor me was, die me met eindeloos geduld liet zien dat de grote aanwezigheid zich altijd om je bekommert. En die in de buurt was als ik vast dreigde te lopen of me afwendde in m’n koppigheid.

Zoals veel van zijn leerlingen, was ook ik door het leven getekend; ik was door een diep dal gegaan, waarin de vele aspiraties en idealen van de vroege jaren waren vervlogen. Wat restte was een soort minimaal bestaan, met een gevoel van mislukking en beginnende gebreken aan lichaam en geest.

Wat mij tot deze wonderbaarlijke ontmoeting, deze ‘kans van mijn leven’, heeft uitverkoren, zal me wel altijd een raadsel blijven. Misschien dat de vlam van de aandacht in me nooit helemaal was gedoofd. En ik had een ongelofelijke honger te begrijpen – waarbij ik me weliswaar wel hĂ©Ă©l ver op de uitzichtloze weg van het waarderende denken had begeven


Erna Heijligers

Na afloop van ons gemeenschappelijke en tevens laatste bezoek aan Maarten, liepen Erna en ik daar in de buurt nog een eindje door de bossen. De intensiteit die we binnen hadden beleefd, straalde uit op de wereld om ons heen. Terwijl we over de paden liepen, genoten we van het licht, van de natuur, van het leven


Een paar maanden later kreeg ik een telefoontje van haar partner dat Erna stervende was. Vrienden en bekenden mochten nog een laatste keer langs komen om afscheid van haar te nemen.

Het is een wonder hoe mensen op je pad komen – en je uiteindelijk toch weer alleen verder gaat. Maar de grote aanwezigheid heeft me nooit meer verlaten. Als het een persoon was, zou ik zeggen dat Maarten er nog steeds is. Maar het is er nooit voor je naar believen, steeds als een geschenk – en als een voortdurende herinnering aan het mysterie van het bestaan.


[1] Erna was degene die me leerde shaken – zie Barzakh, 9 juni 2018. Ze heeft, vakkundig journaliste als ze was, verder meegewerkt aan diverse uitgaven van ‘Zen als leefwijze’, waaronder ‘De Tao van Zen’ (2008) en ‘Blijf luisteren, het verhaal gaat verder’ (210) – zie Etalage. Bij maartenhoutman.nl/…/interviews/ staan gesprekken die ze had met Maarten en met Nico Tydeman.

God laat zich niet hacken

 

God laat zich niet hacken –

eindeloos zijn mijn pogingen

toegang te krijgen

tot Uw zwaar beveiligde domein,

alle sleutels, alle wachtwoorden

in de wereld heb ik uitgeprobeerd. 

 

Heer, ik smeek U, geef mij

toegang tot Uw geheime domein –

… of zou ik het zelf zijn

die in het bezit is van de codes,

Uw beheerder die sluimert noch slaapt,

die op U wacht in het holst van de nacht.

 

Ik moet het zelf ontdekken

dat ik alleen U toegang kan geven,

de deuren openen voor Uw aanschijn

U ontvangen als een verloren zoon,

die bleef wachten op een feestelijk onthaal –

ik blijf op U wachten tot in eeuwigheid.

 

Mijn Geliefde, blijf op mij wachten

voor altijd.

 

 

 

 

 

La grande illusion

Er kwam bij mij zojuist een bericht van YouTube binnen over hun nieuwe Servicevoorwaarden, ‘Beperkingen op gezichtsherkenning’ was de titel.

Laat dat nou precies de beperking zijn waar ik sinds enige tijd aan lijd… Dus ik voelde me weer helemaal bij de tijd…
‘Plaatjes’ bekijken is voor mij ĂŒberhaupt wat lastig â€“ wat ook een handicap is bij lay-out werk.
Een van m’n laatste foto’s voor het fatale incident, was deze blik op ‘landelijk Noord’. Gelukkig kan ik de gaafheid van de blauwe spiegeling nog steeds goed zien…
Je moet trouwens niet gek opkijken als op deze plek binnenkort een gevecht tegen windmolens plaats vindt â€“ hier zouden volgens de gemeentelijke plannen namelijk giga-windmolens moeten verschijnen, hoger dan de Dom van Utrecht. Allemaal voor het milieu…

Buiksloterdijk, Amsterdam-Noord | 2 januari 2021 9:38
Onze schoonheidsbeleving van de wereld hangt samen met de gaafheid van onze waarneming…

Mijn wereld zag er vanaf die bewuste dag inderdaad totaal anders uit, alsof de ban was verbroken van de betovering die de zintuiglijke waarneming op ons uitoefent â€“ een innige, vanzelfsprekende band, door ons gekoesterd als ‘de werkelijkheid’.
Maar wat als die werkelijkheid niet langer werkelijk is en die basis van je bestaan wegvalt…
En dan zijn we weer terug bij die fundamentele vraag: wat is voor ons ‘werkelijk’? Want dan heb je het niet meer over de kunst van het overleven, zoals het ‘centreren in je aardse midden’, dan heb je het erover, zoals Maarten Houtman zegt in Nietsdoen als je wakker wordt[1]:
“dat je een bewustzijn bent, wat in onafgebroken relatie, contact, verbondenheid, staat tot het totaal van het leven. Dat je je schijnidentiteit, waar we ons zo druk over maken, totaal verliest. Want dat is voorbijgaand. Daar doen we ons hele leven zĂł ontzettend ons best voor
 en waarĂłm?” roept hij wanhopig,“als je geluk hebt, duurt het honderd jaar en dan is het voorbij…”

Maar het gaat nog dieper…
Naast onze gehechtheid aan onze zintuigen, ons absolute geloof dat wat we zien, horen, proeven ‘de werkelijkheid’ is, gaan vanaf het moment dat we uit de diepe slaap komen – waarin we dicht bij de Oorsprong zijn â€“ en opstaan, onze gedachten, idealen en ambities met ons aan de haal… En die leven we, die zĂ­jn we, daarin zijn we een heel leven lang aan het streven…

Is ons bestaan daarmee niet Ă©Ă©n grote illusie, Maya, zoals het in het Boeddhisme heet…

Na mijn CVI (= ‘Cerebraal Visueel Incident’, zoals het zo fraai het) van begin dit jaar, heb ik een maand voor me uit zitten staren. Eigenlijk voelde ik me bevrijd,‘onthecht’…
Daarna ga je proberen te leven met je ‘nieuwe werkelijkheid’ â€“ en toen was dat voorbij…

Wat blijvend lijkt, is een vreemd soort desoriëntatie, die ik nog steeds aan het onderzoeken ben:
In een vreemde omgeving – ik reisde zelfstandig met de trein naar Tiel – kan ik redelijk m’n weg vinden, ik volg gewoon de regels en de borden. Maar in een zogenaamde ‘vertrouwde’ omgeving, als ik denk dat ik het weet, kan het zomaar mis gaan. Dan begin ik wanhopig naar ‘houvast’ te zoeken: ik vraag de weg aan een voorbijganger, of kijk op m’n iPhone …. maar die lijkt de kluts ook regelmatig kwijt te zijn, ‘Route opnieuw aan het berekenen …’, verschijnt dan bovenin het scherm.
Het lijkt wel magie…

Maar er blijkt toch ook een zekere systematiek in te zitten. Zo ontdekte ik onlangs dat ik bij het uitstippelen van een route, het hardnekkig idee heb dat ik eerst de pont naar Noord moet nemen … alsof mijn bestaan in Amsterdam Noord uitgewist is en ik weer terug ben op de Binnenkant…
Op het terras van Eye gezeten, wees Klaaske me op de zijtak van het IJ aan de overkant waar we met onze woonboot afsloegen als we via het IJ op weg waren naar de scheepswerf op de Westelijke Eilanden, voor het driejaarlijks onderhoud.
En precies daar wrong iets bij mij vanbinnen … kwamen we dan van deze kant van het IJ of kwamen we van de overkant…

Met illusies leren leven, heet dat…

Epiloog

Vanochtend vroeg had ik last van m’n keel en vond dat ik zo’n keiharde Enchinaforce kauwtablet moest nemen. Maar op het moment dat ik hem tussen m’n kaken klemde en kraakte, wist ik: dat gaat fout… En ja hoor, ik voelde de schilfertjes glazuur in m’n mond…

Dat was in elk geval geen illusie…


[1] De ‘toespraak v/d maand’ van juli 2021